De gewone vogelkers groeit gemiddeld meer dan 40 cm per jaar. Dat maakt hem geschikt voor wie op zoek is naar een vlot groeiende struik of boom.

Op volwassen leeftijd bereikt de Prunus padus een hoogte van 8 tot 12 meter, afhankelijk van de standplaats. Ook als brede heester groeit hij weelderig uit.

De Prunus padus is bladverliezend. In de herfst kleurt het blad geel tot rood en valt vervolgens af. In de winter toont hij zijn mooie takkenstructuur.

Na de bloei verschijnen kleine zwarte bessen. Ze zijn niet eetbaar voor mensen, maar vogels smullen ervan. Let op: door zaad verspreiding kan hij zich spontaan uitzaaien.

In april en mei bloeit de vogelkers met lange, witte bloemtrossen die heerlijk geuren. Ze trekken bijen, hommels en vlinders aan als een soort waar eetfestijn.

Geef jonge planten regelmatig water, vooral bij droogte. Volwassen exemplaren kunnen prima tegen een beetje droogte, maar waarderen af en toe een extra slok bij extreme en langdurige droogte.

Snoei indien gewenst direct na de bloei om de vorm te behouden. Verwijder oude of ongewenste takken om de struik gezond en luchtig te houden.

Geef in het voorjaar een beetje organische mest of hagenmest om de bloei en groei te ondersteunen.

De vogelkers is winterhard tot -25 °C en overleeft onze winters zonder problemen. Je hoeft hem niet in te pakken, zelfs niet met kou in aantocht.

De gewone vogelkers groeit het liefst in de zon of halfschaduw. Hij kan lever op allerlei soorten grond, maar een vruchtbare grond gaat hij het beste op.

De gewone vogelkers is al sinds jaar en dag in ons land te vinden, een echte inheemse soort die van nature in ons land voorkomt.