Meidoorn in pot
Je hebt de haagplanten ontvangen op een pallet of in een boxpallet. Je hoeft de potplanten niet onmiddellijk te planten, wel is het verstandig de planten te lossen. Als je niet direct plant zet je ze ergens beschut tegen elkaar neer. Dit mag binnen, maar niet langer dan een week. Zorg ervoor dat de planten niet droog komen te staan, geef de planten elke dag water. De plant haalt zeker het eerste jaar zijn vocht grotendeels uit de potkluit. Pas als de nieuwe wortels goed in de omliggende grond zitten komt het vocht en voeding van buiten de potkluit. Geef dus met droge periodes in de zomer op tijd water.
Graaf de sleuf voldoende ruim uit. Gemiddeld 40-50 cm diep en 40-50 cm breed.
Maak de grond van de uitgegraven sleuf los. Zo staat de haag straks goed in de losgemaakte grond.
Strooi de eventueel meebestelde Vivimus van DCM over de uitgegraven grond en over de bodem van de sleuf. Als je de sleuf dichtgooit, mengt de grondverbeteraar door de bestaande grond.
Haal de pot van de plant en ‘breek’ de potkluit lichtjes met de hand zodat de wortels een beetje uit elkaar gaan.
Zet de planten in de sleuf op de gewenste afstand. Zet de bovenkant van de kluit gelijk of iets onder het maaiveld.
Vul de sleuf met ± de helft van de grond die uit de sleuf is gekomen en water alles goed aan zodat de grond goed rond de potkluit aansluit. Als je gekozen hebt voor de hagenmest van DCM verdeel je deze volgens de gebruiksaanwijzing over de totale lengte van de toekomstige haag. Geef het water de tijd om weg te trekken.
Maak de sleuf dicht met de andere helft van de overgebleven grond, druk deze lichtjes aan en geef nogmaals water.
De hagenmest zorgt voor de eerste bemesting van jouw nieuwe haag. Nadat de haag is uitgelopen hoef je in de 1e zomer niet meer bij te mesten. Pas het voorjaar erna hoef je weer bij te mesten. We adviseren hagenmest van DCM omdat dit minder “scherp” en milieuvriendelijker is dan kunstmest.
Meidoorn met blote wortel
Zorg dat je nieuwe haagplant niet kan verdrogen. Houd de plant daarom zo lang mogelijk in de verpakking tot je deze gaat planten. De wortels mogen niet blootgesteld worden aan zon en wind en moeten vochtig blijven.
Graaf de sleuf voldoende ruim uit. Gemiddeld 40-50 cm diep en 40-50 cm breed.
Maak de grond van de uitgegraven sleuf los. Zo staat de haag straks goed in de losgemaakte grond.
Strooi eventueel de grondverbeteraar over de uitgegraven grond en door de gegraven sleuf. Als je de sleuf dichtgooit, mengt de grondverbeteraar door de bestaande grond.
Haal de plant uit de verpakking en plant deze in de sleuf.
Als je gekozen hebt voor de hagenmest, verdeel je dit volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking over de totale lengte van de toekomstige haag.
Bedek de wortels meteen met ± de helft van de grond die uit de sleuf is gekomen. Plant de wortelhals gelijk of iets onder het maaiveld. De wortelhals is de plaats waar de stam overgaat in de wortel. Nogmaals: laat de wortels niet uitdrogen!
Nadat de haag is geplant kan je de planten met een gieter ‘aanwateren’. De grond en de planten mogen goed vochtig worden. Geef het water de tijd om weg te trekken.
Maak de sleuf dicht met de andere helft van de overgebleven grond, druk deze lichtjes aan en geef eventueel nogmaals water.
De hagenmest zorgt voor de eerste bemesting van jouw nieuwe haag. Nadat de haag is uitgelopen hoef je in de 1e zomer niet meer bij te mesten. Pas het voorjaar erna kan je weer bij mesten. We adviseren hagenmest van DCM omdat dit minder “scherp” en milieuvriendelijker is dan kunstmest.